TWEE MAAL PER WEEK VIS ETEN IS EEN GEZONDE GEWOONTE

Vis is rijk aan eiwitten, vitamine B12 en D en een bron van vitamine B3 en B6, kalium, fosfor, selenium en jodium. De meeste vissoorten zijn mager en passen perfect in een lijnvriendelijk menu.

Vette vissoorten hebben echter ook belangrijke troeven. Zij zijn onze belangrijkste voedingsbron van de onverzadigde omega 3-vetzuren EPA en DHA. Deze vetzuren zijn essentieel voor een normale hersenwerking en een normaal gezichtsvermogen en hebben een gunstig effect op onze hart- en bloedvaten.

Vandaar de aanbeveling om minstens 250 mg EPA en DHA per dag in te nemen. Dat kan makkelijk door als onderdeel van een gezonde voeding 2 keer per week vis, ook vette vis, te eten. Vette vis levert bovendien extra D. Vitamine D is een vetoplosbaar vitamine dat belangrijk is voor een goede calciumopname en zo ook voor een optimale opbouw en onderhoud van sterke botten. Vitamine D draagt ook bij tot een goede werking van het immuunsysteem.

 

INDELING VAN DE VISSEN VOLGENS HUN VETGEHALTE:

Vette vis (meer dan 10 g vet per 100 g)

bv. haring, maatjes, makreel, sardienen, rivierpaling, sprot, zalm

Halfvette vis (2 tot 10 g vet per 100 g)

bv. rode poon, tongschar, forel, ansjovis, roodbaars, tilapia, doornhaai, pengasius, zalmforel, tarbot, inktvis

Magere vis (minder dan 2 g vet per 100 g)

bv. kabeljauw, pladijs of schol, (zee)tong, pollak, rog, zeeduivel, schelvis, wijting, leng, zeewolf, koolvis, tonijn, grijze garnalen, langoustines, mosselen, krab, sint-jakobsschelpen

Het vetgehalte van vettere vissoorten kan sterk variëren – van 5 tot 25 % - naargelang het seizoen, de voedselvoorziening, de leeftijd en de voortplaningscyclus.

 

EN WAT MET DE MILIEUVERVUILING?

Zoals alle andere voedingsproducten krijgt ook vis te maken met de gevolgen van milieuvervuiling. Precies om deze reden legt de Europese Unie strenge normen op voor milieuvreemde stoffen, die de veiligheid van de consument waarborgen. Dankzij de toepassing van strikte controlemechanismen door de overheid is vis die je in de winkel koopt veilig.


Vis en zwangerschap

Welke vis mag je eten als je zwanger bent?

Vis eten is gezond, ook als je zwanger bent. Maar je kunt behoorlijk in de war raken van alle verschillende adviezen. Mag zalm nu wel of niet? Hoe zit het met gerookte vis en wat is er mis met tonijn? Alle “visadviezen” handig voor je op een rijtje. Met een tabel!

 

Daarom is vis belangrijk

Vis eten is belangrijk voor iedereen. Vis bevat namelijk een aantal voedingsstoffen die nauwelijks in andere producten zitten. Zo levert vis je jodium, vitamine D en visvetten. Dat is goed voor je eigen lichaam maar ook voor de ontwikkeling van je baby.

Jodium is essentieel voor de productie van schildklierhormoon en ondersteunt de groei van je baby.

Vitamine D is goed voor het stevig houden van je botten en de opbouw van het skelet van je baby.

Visvetten bestaan voor een groot deel uit het omega 3-visvetzuur DHA. DHA ingenomen door de moeder, is een belangrijke bouwsteen voor de ogen en de hersenen van je ongeboren baby.

 

Liefst zalm of andere vette vis tijdens de zwangerschap

Om voldoende visvetten binnen te krijgen zou je elke week 1 keer vis moeten eten, liefst vis die van nature veel vet bevat. In vette vis zitten namelijk meer visvetten dan in magere vis. Denk bij vette vis aan zalm, haring en sardines. Zolang je niet zwanger bent, zijn ook soorten als makreel en paling geschikt. Maar als je zwanger bent niet meer. Er zijn een aantal redenen waarom je bepaalde vis niet zou moeten eten: als de vis rauw is (zoals een nieuwe haring), als de vis gerookt is (zoals gerookte zalm) en als het om roofvissen gaat (zoals makreel en paling). Gelukkig blijft er nog veel keuze over.

 

En als je geen vis eet?

Wil je geen vis eten, dan is het wel slim om te zorgen voor aanvulling met de visvetzuren. Je kunt deze binnenkrijgen door visoliecapsules te slikken. Ook zijn er producten waaraan visvetzuren zijn toegevoegd. Dat staat dan op de verpakking vermeld.

 

Dit nu even niet

Geen rauwe vis

Rauwe vis kan net als andere rauwe producten de listeriabacterie bevatten. De kans op een besmetting is erg klein. Dus echt niet in elk stukje rauwe vis zit deze bacterie. Maar raak je besmet dan zou dit wel kunnen leiden tot een miskraam of vroeggeboorte. Neem dus geen risico en eet geen rauwe vis zoals in sushi, nieuwe haring, niet helemaal doorbakken zalm of oesters.

 

Geen gerookte vis

Ook gerookte vis kan de listeriabacterie bevatten. Verhit je de gerookte vis, bijvoorbeeld in een pastasaus of meegebakken in een quiche, dan kun je de gerookte vis wel eten. Door verhitting gaat namelijk de bacterie dood. Denk niet alleen aan gerookte zalm: dit advies geldt ook voor bijvoorbeeld gerookte heilbot en gerookte haring (bokking).

 

Geen roofvis

Roofvissen zijn vissen die leven van andere vissen in de zee. Dat betekent dat ze aan het einde van de voedselketen staan en alle verontreinigingen die in kleinere vissen zitten binnenkrijgen. Die verontreinigingen zoals zware metalen en dioxinen stapelen zich op in het lichaam van de vis. Dat maakt het gehalte aan die schadelijke stoffen te hoog, om tijdens de zwangerschap onbezorgd van die vis te kunnen genieten. Laat daarom gedurende je zwangerschap tonijn, makreel, zwaardvis, paling, snoek, snoekbaars en haai staan. Het geldt voor alle bereidingen. Dus zowel voor verse en gerookte vis maar ook voor roofvissoorten uit blik, zoals tonijn uit blik.

Welke vis eet je wel en welke eet je liever niet tijdens de zwangerschap?

Vette vissen
Vette vissen dit kun je wel eten dit eet je liever niet schaal
Haring uit blik, vers, verhit, zure haring/rolmops nieuwe haring/Hollandse nieuwe/ zoute haring, gerookte haring (bokking)*
Heilbot vers, verhit gerookte*, rauw
Makreel   alle soorten
Poon vers, verhit rauw
Paling   alle soorten
Sardines vers, verhit, uit blik rauw
Sprot vers, verhit rauw
Zalm vers, verhit, uit blik gerookte*, rauw
Zwaardvis   alle soorten
Magere vissen
Magere vissen dit kun je wel eten dit eet je liever niet
Ansjovis vers, verhit, uit blik/pot rauw
Dorade vers, verhit rauw
Forel vers, verhit gerookte*
Kabeljauw vers, verhit rauw
Koolvis vers, verhit rauw
Kaviaar vers, verhit, uit blik/pot  
Lekkerbekje** vers, gebakken  
Schol vers, verhit rauw
Snoek   alle soorten
Snoekbaars   alle soorten
Pangasius vers, verhit rauw
Tilapia vers, verhit rauw
Tong vers, verhit rauw
Tonijn   alle soorten
Vissticks** vers, gebakken
Schaal en schelp
Schaal- en schelpdieren dit kun je wel eten dit eet je liever niet
Garnalen vers, verhit, uit blik, salade rauw
Inktvis vers, verhit rauw
Krab vers, verhit, uit blik, salade  
Kokkels vers, verhit rauw
Mosselen vers, verhit rauw
Oesters vers, verhit rauw, gerookte*
St jakobsschelpen (coquilles) vers, verhit rauw, gerookte*
Vongole (schelpen) vers, verhit rauw

*als gerookte soorten verhit worden, kun je ze wel eten
**lekkerbekje en vissticks bevatten ook veel vet, maar dit zijn de vetten die er door de bereiding in komen. De vis die ervoor gebruikt wordt is magere vis en bevat dus weinig DHA.

Bron: Nutricia

Vis is gezond
Dit zit er in vis: Dit is goed voor:
Vitamine A De ogen, de huid, de groei en de weerstand
Vitamine D Stevige botten en tanden, de hersenen en voorkomen van depressies
Vitamine B12 De aanmaak van rode bloedcellen, goede werking van het zenuwstelsel
Jodium Een goed werkende schildklier
Selenium Een goed werkende schildklier, de groei en ontwikkeling van het zenuwstelsel

Ziekte door kruisbesmetting voorkomen

Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere. Om ziekte te voorkomen is het belangrijk kruisbesmetting te vermijden. 

Op rauw voedsel, vooral vlees, kip of vis en in hun druipvocht kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Deze kunnen tijdens het klaarmaken ander voedsel besmetten. 

Door rauw en bereid voedsel van elkaar gescheiden te houden, schone materialen te gebruiken en je handen goed te wassen is kruisbesmetting te voorkomen.

Omschrijving

Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende  bacteriën van het ene product op het andere. Van kruisbesmetting kunnen mensen dus ziek worden. In rauwe voedingsmiddelen zitten meer bacteriën dan in gekookte. Vooral op vlees, kip en vis kunnen ziekmakende bacteriën zitten. 

Het is belangrijk dat bacteriën niet worden overgebracht van rauwe op bereide voedingsmiddelen. Kruisbesmetting ontstaat door bijvoorbeeld met dezelfde vork rauw vlees in de pan te leggen en gare groente te proeven, of gaar vlees uit de pan te halen. Een ander voorbeeld van kruisbesmetting is als gaar vlees na het braden wordt teruggelegd op de snijplank waarop het rauwe vlees is gekruid. Bacteriën kunnen ook via handen op het eten terecht komen. Bijvoorbeeld als de handen worden afgedroogd aan een vuile handdoek.

Kruisbesmetting kan ook ontstaan via druipvocht. Druipvocht is vocht wat uit vlees, kip of vis komt. Dit komt bijvoorbeeld vrij bij het ontdooien van kip.

Voedingsadvies

De volgende adviezen gelden om kruisbesmetting te voorkomen:

 

Kruisbesmetting voorkomen bij het winkelen

  • Zorg dat eventueel druipvocht niet op andere boodschappen kan komen. Houd rauw vlees, kip of vis gescheiden van je andere boodschappen. Bijvoorbeeld door ze in een apart plastic zakje te doen.

 

Kruisbesmetting voorkomen in de koelkast

  • Plaats rauw vlees, kip of vis onder in de koelkast. 
  • Laat bevroren vlees, kip of vis ontdooien in de koelkast goed afgedekt op een bord. Voorkom dat druipvocht op andere producten kan komen. 
  • Bewaar levensmiddelen en kliekjes goed afgesloten in de koelkast. 
  • Plaats groente in de speciaal daarvoor bestemde groentelade.

Kruisbesmetting voorkomen bij het koken

  • Was je handen goed en regelmatig. Zeker na aanraking van rauw vlees. Droog je handen af aan een schone droge handdoek of een papieren wegwerphanddoek. 
  • Gebruik schone hulpmiddelen en materialen zoals handdoeken, snijplanken, vaatdoekjes. Vervang een snijplank als deze vol zit met groeven, want dan kun je hem niet meer goed schoonmaken. 
  • Gebruik verschillende snijplanken. Bijvoorbeeld één voor rauw vlees of vis en een andere om de groenten te snijden. 
  • Spoel materiaal, zoals een snijmes dat met rauw vlees in aanraking is geweest, af met heet water en zet het vervolgens bij de afwas. Wanneer dezelfde materialen meteen weer voor iets anders worden gebruikt, was ze dan eerst af met sop en heet water.  
  • Houd rauwe producten altijd goed gescheiden van bereide producten. 
  • Zet de gft-bak bij voorkeur buiten neer. Zorg in elk geval dat deze goed is afgesloten.

Bron: Voedingscentrum